dinsdag 30 september 2014

Mijn traagste 10 kilometer ooit

Eén uur, drieëntwintig minuten en drieënvijftig seconden...
 
Zolang heeft nummer 661 nodig gehad om afgelopen zondagmiddag de finish van Dwars Door Mechelen 2014 te bereiken.
 
Nochtans waren de voorbereidingen gedurende de dag niet echt slecht te noemen: voldoende geslapen, prima ontbeten, vooraf voldoende vocht gedronken en 's middags drie dubbele witte boterhammen met choco verorberd. Alleen die voorspelde (warme) temperatuur zat me niet echt lekker, lopen in (te) warm weer is nooit mijn dada geweest.
 

Nadat ik in de loop van de ochtend mijn startnummer al aan de inschrijvingen aan de Nekker was gaan oppikken, vertrok ik rond twee uur in de namiddag met de auto richting start. Helaas ter hoogte van de gevangenis van Mechelen was het al aanschuiven geblazen richting De Nekker en zat het verkeer zo goed als muurvast. Dan maar snel de beslissing genomen om terug huiswaarts te keren en mijn karretje in te ruilen voor de gezonde tweewieler. Met de fiets naar een loopevenement rijden heeft voor- en nadelen: je hoeft voor de wedstrijd zo goed als niet meer op te warmen maar als je achteraf doodmoe over de finish bent gestrompeld, kan de rit naar huis best een marteling zijn.
 
Rond twintig voor drie parkeerde ik mijn stalen ros aan Utopolis en wandelde te voet verder richting atletiekpiste. Daar aangekomen had ik nog een vijftal minuten de tijd om mijn rugzak bij het transport richting finish te droppen want om exact drie uur ging het daar dicht dus net op tijd. Met mijn handheld bidon gevuld met fris water begaf ik me richting start waar exact om kwart na drie het startschot klonk voor de tien kilometer.
 
Tot kilometer drie ging het tamelijk goed aan een rustig tempo. Met nog zeven kilometer in het verschiet en de aanhoudende warmte wou ik niet te hard van stapel lopen. Helaas voelde ik mijn inwendige motor langzaam maar zeker warmer worden. Aan de eerste drankpost een tweetal bekertjes in ontvangst genomen om mijn mond te spoelen terwijl ik bleef wandelen. Vanaf dan begonnen mijn bovenbenen moeilijk te doen en verliep het lopen steeds moeizamer en in een onregelmatig tempo.
 
Rond kilometer vijf begon opgeven door mijn hoofd te spoken, maar ik moest en zou de finish halen. Ter hoogte van kilometer zes besloot ik van enkele minuutjes te wandelen om mijn benen en ondertussen ook mijn onderrug te sparen. Aan de tweede en tevens laatste drankpost ter hoogte van kilometer zeven spoelde ik mijn mond opnieuw en vulde ik mijn handheld opnieuw met vers water. Gelukkig had ik voor alle zekerheid toch maar een gelletje mee dat ik met voldoende water uit de handheld naar binnen werkte en het hielp toch een beetje om te blijven lopen.
 
Wegens werken in de Mechelse binnenstad werd door de organisatie een alternatieve route uitgestippeld met heel wat (vervelend) gezigzag de laatste kilometers. De laatste meters richting Grote Markt kon ik toch nog een klein beetje versnellen en aan de finish nam ik dankbaar de medaille, sportdrank en peperkoek in ontvangst.
 
Nadat ik mijn rugzak had opgepikt aan de tassenbewaring ter hoogte van de Veemarkt, wandelde ik rustig terug richting Utopolis terwijl de logistieke ploegen het parcours al aan het opruimen waren. Al bij al verliep daarna het fietsen naar huis nog prima.
 
Mijn beentjes hadden helaas hun dag niet, volgende keer beter!