Toen ik vorig jaar begin juni een inspanningstest deed in het UZ Gent, werd ik eerst gewogen en gemeten.
Op de weegschaal verschenen toen drie cijfers... en naderhand kwam er niet veel verandering in, er kwam tot nu zelfs nog een volledige kilo bij. Langzamerhand begon ik het ook te voelen: kortademig, vaak te lui om aan sport te doen en als ik dan al iets deed was op het op een zeer onregelmatige basis.
Op (trail)wedstrijden liep ik wel steeds de volledige afstand uit, maar had achteraf bijna altijd een volledige week last van de gevolgen (uitgeput, geen herstel, veel dorst, ...) door te weinig en onregelmatige training. Geen gezonde vorm van sporten achteraf bekeken.
Ondertussen bleef ik mijn slechte eetgewoontes behouden: zelden tot nooit een ontbijt (enkel een tas koffie), voedsel met een hoog vet-/suikergehalte en snoepen/eten 's avonds laat. De balans hing dus volledig scheef.
De maat was vol (letterlijk en figuurlijk) en gisteren - op de verjaardag van onze oudste zoon - heb ik besloten om er effectief ook iets aan te gaan doen, want lopen met een gewicht van 101 KILO is absoluut niet gezond en bovendien slecht voor spieren en gewrichten. Daarnaast heeft een artikel in de laatste editie van de Amerikaanse Runner's World over afvallen en lopen me serieus wakker geschud.
Na het lopen gisteren - met een slakkengang van ongeveer 7,5 kilometer per uur - heb ik mezelf in mijn hoofd uitgemaakt voor dikzak en waarom het toch allemaal zover is moeten komen. Hopelijk hebben mijn hersenen en lijf het nu wel begrepen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten